Veiligheid is een belangrijke factor in het leven. Abraham Maslow, een bekende Amerikaans klinisch psycholoog, beschrijft in zijn theorie 5 universele behoeften van de mens en brengt hiërarchie aan in deze  behoeften. Maslow stelt dat er in de bevrediging van deze behoeftes een volgorde zit die hij illustreert aan de hand van een piramidevorm. Op de eerste plaats komen de eerste levensbehoeften als eten, drinken, warmte en rust. Daarna komt veiligheid aan bod. Volgens Maslow is het van belang om in de eerste levensbehoeften en veiligheid te voorzien voordat de andere behoeften zoals sociale behoeftes, erkenning en

zelfontplooiing aan de orde zijn.

Veiligheid is een abstract begrip. Er zijn meerdere types van veiligheid te definiëren. Elk niveau van veiligheid dient echter gerealiseerd te worden.

1. Zo kennen we zowel objectieve als subjectieve veiligheid. Objectieve veiligheid gaat over hoe veilig feitelijk een omgeving of situatie is.

Subjectieve veiligheid behelst het gevoel van veiligheid. Hoe veilig voelt iemand zich.

2. Dan bestaat er fysieke en sociale veiligheid.

Fysieke veiligheid gaat over bedreigingen door ongevallen in de natuur en technologie. Dit zijn externe factoren die ons kunnen overkomen.

Sociale veiligheid heeft te maken met handelingen van derden, zoals intimidatie, inbraak, terrorisme. Menselijk handelen speelt hier dus een rol.

3. Algemene en situationele veiligheid verschillen in het gebied en tijdstip waarop uitspraken over veiligheid van toepassing zijn.

Algemene veiligheid gaat over een lange periode. Voel je je veilig in de maatschappij waarin je leeft?

Situationele veiligheid gaat over nu. Voelt je je nu veilig, op deze plek in deze omgeving.